Een Engelse toerist neemt een taxi om van de luchthaven in Zaventem naar z'n hotel in Brussel te gaan. Ze rijden voorbij het Atomium en de passagier achter in de taxi wil de chauffeur wat vragen over het imposante bouwwerk, dus tikt hij de man even op z'n schouder om de aandacht te trekken.
De taxichauffeur geeft een geweldige schreeuw en verliest de macht over het stuur.
Het voertuig mist op een haartje na een tram, ramt bijna een huis, alvorens op het trottoir tussen tientallen driftig fotograferende Japanners tot stilstand te komen.
Het is even stil in de taxi.
Dan zegt de chauffeur: "Meneer, wilt u dat nooit meer doen. Ik ben me dood geschrokken."
De passagier zegt dat hij niet had geweten dat de chauffeur zo zou schrikken van een klein tikje op z'n schouder.
Waarop de bestuurder zegt: "Het is uw schuld niet hoor meneer.
Maar vandaag is mijn eerste dag als taxichauffeur.
Hiervoor heb ik 25 jaar lijkwagens gereden".
De taxichauffeur geeft een geweldige schreeuw en verliest de macht over het stuur.
Het voertuig mist op een haartje na een tram, ramt bijna een huis, alvorens op het trottoir tussen tientallen driftig fotograferende Japanners tot stilstand te komen.
Het is even stil in de taxi.
Dan zegt de chauffeur: "Meneer, wilt u dat nooit meer doen. Ik ben me dood geschrokken."
De passagier zegt dat hij niet had geweten dat de chauffeur zo zou schrikken van een klein tikje op z'n schouder.
Waarop de bestuurder zegt: "Het is uw schuld niet hoor meneer.
Maar vandaag is mijn eerste dag als taxichauffeur.
Hiervoor heb ik 25 jaar lijkwagens gereden".